Maandelijks archief: oktober 2011

Poets wederom poets

Ze is 17,93 en heeft al anderhalf jaar een vast vriendje. Ze klust bij in een frituur en verdient zo een extra zakcentje. Ze is groter dan haar moeder, maar ze draagt dan ook altijd hoge hakken.
Het puberen is ze voorbij, maar aan haar ochtendhumeur kun je nog steeds stenen slijpen. Nog net niet, maar wel bijna volwassen, nog net niet zelfstandig, denkt ze, maar bijlange nog niet, weten wij.

Maar dat kan ons eigenlijk weinig schelen. Zo lang ze onder ons dak woont, moet ze zich aan de huisregels confirmeren. En dat betekent: iedere donderdavond (heeft iemand gemerkt dat hier donderdavond staat in plaats van donderdagavond? – Gek hé?), dus iedere donderdagavond voor ze naar papa vertrekt, moet ze haar kamer oprommelen. Net zoals de andere drie. Met stofzuiger en natte vod.
Alleen huist zij helemaal boven, vlak onder het dak, en zo ontsnapt ze nog wel eens aan controle.

Zo dus ook een voorbije donderdag. We merkten het vrijdagavond, toen de laptop zoek bleek en hij nog in haar woonhol bleek te liggen.
Wat we daar vonden tart alle verbeelding : smerige borden met halfopgegeten pizza’s, dertien (13!) pet-flessen in alle categorieën van uitgedronkenheid, van nog een heel klein klikje tot berstensvol. En ze mogen niet eten in hun kamer!!
Vuile jeansbroeken, blouses, twintig paar uitgeschopte schoenen, gore sokken, een stapel ondergoed, een beduimelde flair, geen centimetertje van de vloer was nog zichtbaar. De laptop plakte toe van de choco? speculoos? appelmoes? of van nog iets anders dat we helemààl niet willen weten.
Blijkbaar was ze al meer dan een week aan de controle ontsnapt. Er zou wat zwaaien als ze terugkwam.

De vrijdagavond, na een week papa, kregen we van haar een sms’je: Mag mijn vriend blijven slapen? Dat doet hij ieder w-e dus: Ja, zonden we terug. We lagen al te knikkebollen voor het kijkkastje toen we gestommel hoorden: ze kwamen thuis na de frituurshift en de vrijdagstapuit in de wereld.
Dag ma, dag Moose, wij gaan slapen. Ne goeienavond allemaal bromde de vriend. Sloppel.
Wij droomdommelden verder voor het nieuws tot we ze terug de trap af hoorden stommelen. Zacht gezeur en gezaag, geëmmer en gemier, gemus en geneuzel. Een autoportier klapt dicht en een auto rijdt de oprit af (toen had hij er nog een). Onze oudste dochter trappelt weer naar boven.

Dochter? Dochter?! Ze sleft de living binnen, zoals alleen zij die kan binnensleffen. Ze beantwoordt onze vragende blik met: Hij vond het niet hygiënisch genoeg, hij wil hier niet meer slapen.

Wij komen haast niet meer bij van het lachen. Poets wederom poets. Een weekeinde poetsen verder bleef hij toch nog een keer slapen: mja, het is doenbaar nu, bromde hij.
Maar hij had wel zijn eigen kussen mee.

De Brainwave Burps

De training werd na de eerste dag geëvalueerd. Ze scoorde goed tot zeer goed, alleen de catering was minder. Niet dat de broodjes niet lekker waren of niet vers genoeg, maar er waren er gewoon veel te weinig. We waren met tien op de training: Negen cursisten en de lesgever. En niet iedereen kon twee broodjes eten.
Erger nog, Gregory en Fred hadden er zelfs helemaal geen. Die waren tijdens de middagpauze even naar beneden gelopen (sigaretje zuigen), en een kwartier later waren alle broodjes op. Er was alleen nog zure yoghurt.Dus Fred en Gregory terug naar af, naar beneden, naar de broodjeszaak aan de overkant van het plein, ondertussen allerlei lelijks verzinnend over de catering in het opleidingscentrum van het bedrijf.

Toen de evaluatie kwam, grepen ze hun kans en met de tong uit het bekkie smeerden ze Broodjeszaak “De Drie Beren” een magere twee punten aan.  Lap, dat zal ze leren!
  
Ongenoegen moet zo snel mogelijk weggenomen worden, en dus belde ik direct daarna de logistieke dienst om het volume besmeerdsel voor de volgende dag te verhogen tot aanvaardbare niveaus.
Terwijl ik mijn verzuchtingen doorgaf herinnerde ik me, vonkten de synapsen, knetterde mijn memorie, swingden mijn hersenen de pan uit, brainwavede, schoot als een bliksemflits dat ene momentje deze middag terug waarop ik dacht:
Tiens, iedereen is hier precies verdwenen en er zijn nog vier broodjes over. Laat ik er zelf maar een stuk of drie opeten, ik scheur van de honger en anders worden die toch maar weggegooid.
Burps.
Pardon.

Tip voor de Sint : Meeting-Bingo

Het was -goh- misschien zes, zeven jaar dat ik het nog gespeeld had, maar donderdagavond drong het spel zichzelf op. Ik heb er wederom behoorlijk plezier aan beleefd. Het heet meeting-bingo of vergaderbingo. Je speelt het best met twee tot drie personen maar alleen is het ook wel onderhoudend.
Meeting-bingo wordt gespeeld tijdens saaie vergaderingen, zo van die vergaderingen die uren aanslepen, waar iedereen zichzelf interessant denkt en waar loze discussies zonder pointe gevoerd worden louter en omdat de oppenten zichzelf graag horen praten. Ego-tripperij zonder clue. Gelukkig ben ik daar de laatste jaren van gespaard gebleven.

De spreker was niet zo enthousiasmerend

Tot donderdag dus, op de algemene vergadering van ons appartementsblok. Vroeger kon je er nog eens lachen, met Luc Baget, de uitbater van de broodjeszaak die het weer eens niet begreep of met Monsieur Leclercq, de franstalige gepensioneerde balletdanser en tevens homo in de kast van ondertussen bijna tachtig. Of met syndicus Haarbos, Hollands van geboorte, die allesbehalve gezegend is met een helmboswuivende tooi, maar eerder paars gepermanent nylongras cultiveert op haar schedelgebinte. Of met het bakkertje van de Tramstraat, die was echt grappig. Tijdens zijn begrafenis werden spekken uitgedeeld aan de aanwezigen omdat hij zo gaarne spekken at. Of met Gerde, de vrijgezelle maar nog steeds pronte dame van 5a met de stevige boezem en het zoete parfum.

De geur van ontbindende vrouwmenschen

Maar ondertussen is dat allemaal verdwenen: dood of minstens doof, wat rest is een bende verzuurde naar het racisme nijgende troela’s in een walm van 4711, de geur van het ontbindende vrouwmens.

De oude heren zijn allemaal uitgestorven, meneer Feron werd verleden jaar dood teruggevonden na meer dan een week rigor mortis in zijn living. Alleen Monsieur Leclercq is nog grappig, maar meestal slaapt hij. De jongeren die de wissel van de wacht vertolken zijn stuk voor stuk niet geïnteresseerd in de jaarlijkse vergadering of gedragen zich zoals de opponenten uit mijn bankverleden. Ze klappn zoender vel up uldern buik, zou mijn oma zaliger gezegd hebben.

Ik zag er de hele dag tegen op, tegen die vergadering, en pas op het laatste nippertje herinnerde ik me het zalige spel meetingbingo. Dat was een oplossing!
Je speelt het zoals een standaard bingo, alleen gebruik je geen cijfers maar woorden. Je neemt een blad papier, verdeelt het in negen vakken, en daar schrijf je woorden of zinsuitdrukkingen neer. Als iemand tijdens de meeting het woord gebruikt, mag je het schrappen. Wie het eerst al zijn woorden weet te schrappen, steekt zijn vuist omhoog en roept Bingo! Die is gewonnen.

Saaie meetings worden plots een stuk interessanter. De bedoeling is natuurlijk dat je zo orgineel mogelijke zinsdelen opschrijft, waar een ander niet zou opkomen, maar waar jij dus je kennis van de pappenheimers rond de tafel demonstreert. Zo heb ik ooit veel punten gescoord met value driven management, een hele inhoudsloze uitdrukking,  maar de directeur gebruikte dat nu eenmaal zeer graag. Of nog: neuzen in dezelfde richting, is ook een blijvertje.

Ik heb de blues op mijn pelouze

Nog leuker is een totaal van de pot gerukt begrip te noteren en dan de vergadering in die richting te manoevreren dat het woord er valt. Zo heb ik ooit het woord geit kunnen binnensmokkelen in een meeting over intresten: triomf alom.
Deze keer waren de uitdrukkingen prozaïscher:

  1. Verhuizen met de lift (zagen ze altijd over) weggestreept
  2. Voil (antwerps voor niet proper) kon ik drie keer wegstrepen
  3. Olivier in combinatie met deurwaarder (een eigenaar die nooit zijn rekeningen betaalt  (yes)
  4. Garagepoort (beginnen ze ook altijd over) scratch
  5. Excuseert, ik ben maar een simpele mens, mor… ( Zegt Baget altijd als hij iets wil duidelijk maken)  -> Hoppakee
  6. Pelouze ( durvertje op een vergadering over appartementen, maar het is me gelukt!)
  7. Janssens (de burgemeester, een gokje maar is niet gelukt)
  8. Maainen ottow (ook mislukt, het werd maainen mottow, dju)
  9. Bruin apen (ben ik niet trots op, maar bijna iedere vergadering begint er eentje over onze andersgekleurde medemens) is ook  mislukt, ze zijn semantisch verschoven naar voil apen ipv bruin apen.
Ik heb niet Yes of Bingo kunnen roepen, maar de vergadering werd er meteen een stukje spannender op. Het is maar een tip natuurlijk, maar het kan je leven uren verlichten.
Alstublieft. Gratis ende voor niet.

Moose meets mus

Weer eens was ik verdwaald geraakt, ik zocht een afkickcentrum en vond een hogeschool. Doe het maar! In Den Haag leggen ze die op honderd meter van elkaar, hooguit. Kwestie van anticiperen vermoed ik. Dus op een nietvermoedende maandag struinde ik tussen de studenten door en omdat ik er dan toch was besloot ik maar een broodje te eten op de univ alginds.

Nu verwachten jullie waarschijnlijk dat er een hilarisch stukje volgt over de vreemde combinaties van gefrituurd plastiek die ze in Nederland eten noemen. Sliepuit, dat wordt het dus niet. Hoewel de ter verorbering voorgeschotelde materie zeker tot zoiets uitnodigt.
Laten we het erop houden dat ik de broodjes aangebraden kroket met roze karnemelk aan mij voorbij liet gaan, en na lang tubben overging tot de aanschaf van een milkshake gezond op basis van zuivel en banaan. Die ik na tien minuten aanschuiven aan de kassa terug in de koeltoog mocht plaatsen nadat een vriendelijke meid met kapje me tot haar grote spijt moest mededelen dat er alleen kon betaald worden met chipknip. Proton voor de Belgen vermoed ik, maar ik mijn protonen lagen nog thuis. Alleen Nederlandse caissières kunnen zo mooi nee zeggen. En ze heette niet eens Irene.

Ik heb dan maar mijn eigen boterhammetjes opgegeten, op het pleintje, nou ja plein zonder tje, in gezelschap van een mus.
Ze keek naar mij op van de grond, met een echte Hollandse blik, zo eentje met een mengeling van gezonde nieuwsgierigheid en lichte arrogantie. Zo van – Kom op vent, ga je me nog kruimels geven of hoe zit het.

Ik zei: Dag mus! Zij zei: Tsjip. Ik gooide haar een kruimel, zei zij Tsjip, kakte eens, at mijn kruimpje op en vloog dan weg. Dag Tsjip, zwaaide ik haar nog na. Ik voelde me vreemd gelukkig.

 

En omdat ik het pleintje en de hogeschool mooi vond, hier een aantal prentjes eerlijk geplukt van het internet.

De setting voor de ontmoeting tussen Moose en Mus

 


Het had ook in klompvorm of tulpvorm kunnen zijn

Attila de Hun en een dikbuikig vampiertje

Ik werd gevraagd om te spreken op een internationale bijeenkomst. Alleen de topexperten ter wereld kwamen er. En ik was ook uitgenodigd. Ya man, speekmadolle voor mezelf.

Nu ja, eigenlijk was mijn chef uitgenodigd om te spreken, omdat hij eens een pint had gedronken met de organisator. En ik was uitgenodigd omdat mijn baas gezegd had dat hij de presentatie samen met mij zou doen. En dat was dan weer omdat ik zo gratis binnen zou mogen. Tien minuutjes babbelen en daarna twee dagen eten en drinken en me vergapen aan de crème de la crème van het wereldje waar ik mij in somtijds beweeg, ik heb al slechtere deals ondertekend.

Over mijn talk valt niet veel te vertellen, maar ik heb wel de eerste lach van de conferentie op mijn naam kunnen schrijven. Hoppaah. Toen ik over het podium struikelde. Mwa.

Zo’n conferentie is ook een beetje mensjes kijken, er komen sprekers van allerlei pluimage op af: autistische experts die ergens in het ijle wegwauwelen, stand-up comedians die ongewoon grappig zijn, de zaal volledig op hun hand krijgen, maar inhoudelijk niks voorstellen.
Sommigen spreken met een onverstaanbaar zwaar schots accent, anderen kauwgommen hun klanken dan weer als de beste texaan. De enen zijn scherp, de anderen goedmoedig, sommigen ongelooflijk arrogant.

Ik had de sprekerslijst op voorhand doorgenomen en had gemerkt dat ene Bob en ene Grant samen een presentatie zouden doen. En ik ken die Bob en ik ken die Grant. Nu ja kennen, ik volg ze allebei op twitter. Bob is het prototype van de arrogante City-bobo, strak in het pak, GSM aan het oor, en zeer uit de hoogte doenende twittertjes. Zijn sessie zou gaan over zijn eigen ontworpen “Bob”-curve. Eikes.
Grant ziet eruit (op zijn twitterprentje) als een woeste viking, alleen maar baard en lang haar en een neus als een frietpatat. Hij twittert voornamelijk over technische dinges waar ik niks van snap. Die talk zou ik alvast niet volgen. Gelukkig zijn er meestal drie tegelijk aan de gang en moest het echt niet lukken, de bar was altijd open. Ik was volledig ingedekt.

Attila de Hun

City bobo

De eerste twee sessie waren matig tot redelijk (wat eigenlijk hetzelfde is maar het klinkt goed, niet: matig tot redelijk). Het bleef allemaal zeer vaag. Naast mij zat een wat oudere man  -ik schat hem halverwege de vijftig- en die vond er precies hetzelfde van. Hij leek me meteen sympathiek: zeer vreemde hoektanden, precies een dikbuikig vampiertje, hij grijnsde als een suikerbroodje. We raakten aan het kouten. Hij bleek Brit te zijn en een eigen consulting bedrijfje te runnen. Ik keek op zijn naambordje: Bob. Mijn Bob. Arrogante kwiet Bob.

Hij stelde me ook voor aan zijn compagnon Grant. Wat ik tot dan toe voor een oermens, een warrior, een Attila de Hun gehouden had, bleek een klein onnozel ventje te zijn van ochot ochere een meter zestig groot. Hij was ziekelijk dik, liep op ongelijke maak-schoenen en had een stok nodig. Hij had wel een indrukwekkende baard en lang haar. Grant bleek de meest innemende mens te zijn die ik daar tegenkwam. Ook de lelijkste, maar dat is voor een ander keertje.

De rest van de het verhaal laat zich raden: ik woonde de presentatie van Bob en Grant bij, ze bliezen mij omver met hun theorie (en mij niet alleen). Ik feliciteerde de mannen, en na de talk dronken we samen een pint. Het was helemaal mooi geweest hadden ze me uitgenodigd op toernee, maar dat zou erover geweest zijn.

Dus kijk, een duimnagel fotootje kan een mens erg op het verkeerde been zetten. Had Bob nu gelachen als een suikerbrood op zijn foto. Of als een dikbuikige vampiertje, dan…!

Dikbuikig vampiertje